Slacht en levensbeëindiging van paarden 07/11/2013 4 min

Slacht en levensbeëindiging van paarden

Cijfers

Het aantal in België geslachte paarden daalde tussen 2002 en 2017 met 64% (van 15.672 naar 5.585 per jaar). De grote meerderheid van de geslachte paarden is afkomstig uit het buitenland. Het aantal Belgische slachtpaarden daalt stelselmatig. Op het einde van het weideseizoen piekt het aantal geslachte paarden elk jaar opnieuw.


Jaar

Aantal geslachte paarden

2002

15.672

2003

12.304

2004

11.655

2005

11.542

2006

10.728

2007

8.939

2008

9.253

2009

8.910

2010

8.970

2011

9.669

2012 9.140
2013 8.734
2014 8.246
2015 8.463
2016 6.054
2017 5.585

Bescherming

De Federale Overheidsdienst Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu is onder andere bevoegd voor dierenwelzijn en dus ook voor de regelgeving rond slacht en levensbeëindiging.

De bescherming van dieren bij het slachten of doden wordt geregeld door de Europese verordening 1099/2009 inzake de bescherming van dieren bij het doden.
Deze verordening bepaalt de regels die van toepassing zijn op het slachten of doden van dieren die gehouden worden voor de productie van levensmiddelen, wol, huiden, pelzen of andere producten, en op het doden van dieren in het kader van dierziektebestrijding. Ze is niet van toepassing op het doden van dieren in het kader van wetenschappelijke experimenten, jacht of visserij, culturele of sportieve evenementen en op pluimvee en konijnen die door hun eigenaar voor eigen consumptie buiten een slachthuis worden geslacht.
In de verordening worden de regels beschreven voor het bedwelmen, fixeren en doden van dieren evenals de voorwaarden waaraan de infrastructuur, de apparatuur en het personeel moeten voldoen.
» Klik hier voor de volledige verordening.

Een samenvatting van de belangrijkste punten kan u vinden op de website van de FOD Volksgezondheid.
» Klik om naar de website van de FOD te gaan voor meer info over slacht en levensbeëindiging.

Voedselketeninformatie (VKI) voor slacht

Indien een paard geslacht wordt, is het niet voldoende dat het dier correct geïdentificeerd is. Voor elk paard dat naar het slachthuis wordt gestuurd, dient de paardenhouder de zogenaamde informatie over de voedselketen (korter: voedselketeninformatie of VKI) aan de slachthuisexploitant te bezorgen. De nodige gegevens dient de paardenhouder bij te houden in registers.
» Klik hier om meer informatie over VKI te raadplegen op de website van het FAVV.

Wat te doen bij het overlijden van een paard

Tot nu toe werden de kosten van de ophaling en verwerking van gestorven landbouwdieren, waaronder paardachtigen, bij particulieren betaald door het Vlaamse Gewest. Deze steunmaatregel is echter enkel bedoeld voor landbouwdieren, terwijl veel paarden eerder een functie als gezelschapsdier hebben. De kosten voor de ophaling en verwerking van dode gezelschapsdieren moeten betaald worden door de eigenaar.

Vanaf 1 januari 2021 beschouwt de OVAM paardachtigen met de status

  • “behouden voor de voedselketen” als landbouwdieren
  • “uitgesloten voor de voedselketen” als gezelschapsdieren

Dieren die niet gechipt zijn worden automatisch als gezelschapsdieren beschouwd.

Wat je moet doen als paardeneigenaar

Mijn paardachtige is gechipt als “behouden voor de voedselketen” (landbouwdier)

  • het dier moet binnen 24 uur na overlijden met chipnummer gemeld worden aan Rendac;
  • indien uw paard als landbouwdier kan worden beschouwd betaalt u aan Rendac minimaal een vast bedrag. Na verificatie kan hiervan een deel worden terugbetaald.

Op www.ovam.be/krengenfinanciering kunt u meer informatie vinden betreffende de kosten die hieraan verboden zijn, alsook een formulier om bovengenoemde compensatie aan te vragen.

Mijn paardachtige is gechipt als “uitgesloten voor de voedselketen” of niet gechipt (gezelschapsdier)

  • het dier moet binnen 24 uur na overlijden met chipnummer gemeld worden aan Rendac;
  • er is geen steunbedrag voorzien. U staat zelf in voor de kosten van de ophaling en verwerking.

Bijkomende verplichtingen voor de eigenaar

U meldt de dood van het dier rechtstreeks in de centrale gegevensbank (www.horseid.be) of u meldt de dood aan de Belgische Confederatie van het Paard die de databank aanpast. U bezorgt het paspoort aan een instantie van afgifte. De instantie van afgifte controleert de dood van het dier in de centrale gegevensbank. Het identificatiedocument wordt vervolgens door de instantie van afgifte ongeldig gemaakt, en daarna vernietigd of teruggestuurd naar de houder.

De opgave van het chipnummer bij de melding aan het destructiebedrijf is niet voldoende!

Ophaaldienst voor paarden en paardachtigen

Momenteel is voor het ophalen van de lichamen van paarden en paardachtigen enkel de firma Rendac uit Denderleeuw erkend. Meer informatie over het bedrijf, vindt u hier.

Voor het ophalen van uw overleden paard, pony of ezel biedt Rendac u twee mogelijkheden nl.:

1. Reguliere ophaling

Hiervoor zet Rendac vrachtwagens in met daarop een grijpkraan die volgens een geplande route meerdere kadavers ophalen.

Wenst u gebruik te maken van deze dienst, dan moet u het dier zichtbaar en bereikbaar langs de straatkant plaatsen op maximum 4m van de bouwlijn en mogen er geen hindernissen zijn die het laden kunnen bemoeilijken (bv. elektriciteitskabels, bomen, struiken…).

Dit is sinds januari 2021 een betalende dienst voor iedereen (ongeacht of u particulier, landbouwer, manegehouder enz. bent), de kosten hiervoor bedragen 140,50€ (excl. BTW).

2. Individuele ophaling

Dit is een individuele ophaalservice met een speciaal ingerichte paardentrailer. Uw dier zal dan apart opgehaald worden en dient niet langs de straatkant aangeboden te worden. U zorgt er uiteraard voor dat de laadplaats wel te bereiken is voor een wagen met trailer. Als u kiest voor deze optie kan u een gewenst tijdstip van ophalen afspreken met de transporteur (let wel: enkel op werkdagen). De kosten voor deze ophaaldienst bedragen €500 (excl. BTW).

Een volledige handleiding die stapsgewijs uitlegt hoe u uw paard kan aanmelden voor ophaling door Rendac, vindt u hier.