Paardenhouderij en stikstof 02/06/2023 13:59 3 min

PAARDENHOUDERIJ KAN BIJDRAGEN TOT REDUCTIE VAN DE AMMONIAKEMISSIE

Stikstofgas (N2) is een kleur- en reukloos gas dat niet schadelijk is voor mens of milieu. Maar als we over het stikstofprobleem spreken, spreken we over stikstofoxiden (NOx) of ammoniak (NH3). 

NOx komt vooral vrij bij de verbranding van fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld door transport of in de industrie. Bij verbrandingsprocessen op hoge temperaturen ontstaat in eerste instantie stikstofmonoxide (NO). Die wordt door reacties met zuurstof (O2) en ozon (O3) omgezet tot stikstofdioxide (NO2). Stikstofdioxide is schadelijk voor de mens (irritatie en ontsteking van de luchtwegen, de ogen, keel en neus) en het leefmilieu (verzuring).

Ammoniak is een kleurloos gas dat vrij sterk ruikt. Het is een verbinding van stikstof (N2) en waterstof (H2). Ammoniak ontstaat door vermenging van vaste mest met urine. Het gas heeft een schadelijk effect op de lucht, de bodem en het water. De Vlaamse overheid wil de hoeveelheid ammoniak die vrijkomt in de lucht dan ook terugdringen.

De Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) beoogt bij te dragen aan de realisatie van de InstandHoudingsDoelstellingen (IHD) door de uitstoot van stikstof terug te dringen. Daartoe werd een PAS-lijst opgesteld met ammoniakemissie reducerende maatregelen.

In de PAS wordt niet expliciet gesproken over paarden of paardachtigen. Toch heeft het stikstofakkoord ook impact op de paardenhouderij. (Zie ons eerder artikel).

De vraag is of dit niet ook kansen biedt voor de paardenhouderij, met name door de spectaculaire reductie van de ammoniakemissie bij het omschakelen van stoppende landbouwbedrijven naar een paardenhouderij. Op basis van de emissiecijfers per diersoort resulteert dit immers in een spectaculaire reductie van de emissies.

De emissiecijfers per diersoort vind je terug in de brochure van de Vlaamse overheid.

We geven hieronder enkele cijfers mee.

De emissiecijfers van paarden:

De emissiecijfers van bijvoorbeeld vleesvarkens:

 

Op basis van deze cijfers imiteert een bedrijf met:

  1. 40.000 braadkippen                                                                      3.200 kg NH3
  2. 200 zeugen, 800 biggen en 1.800 vleesvarkens                 6.025 kg NH3
  3. 100 paarden (volwassen rijpaarden)                                         500 kg NH3

Om een idee te geven:

  • Een stal van 40.000 braadkippen is vandaag  absoluut niet meer rendabel. We spreken op vandaag over bedrijven met 85.000 à 135.000 braadkippen.
  • Daarentegen is een paardenhouderij met 100 volwassen rijpaarden is een zeer groot bedrijf.

Een bedrijf met honderd volwassen rijpaarden produceert dus amper 15 % NH3 vergeleken met een bedrijf met 40.000 braadkippen en amper 8 % vergeleken met een varkensbedrijf uit ons voorbeeld.

Men kan dus stellen dat een functiewijziging van verouderde kleinere landbouwbedrijven naar paardenhouderij resulteert in een enorme reductie van de emissies.

In de voorliggende conceptnota (die nog in de wetgeving verankerd moet worden), wordt een reductie van 60% opgelegd aan de intensieve veehouderij. Dit betekent dat alle intensieve veehouderijen binnen afzienbare tijd maatregelen moeten nemen om de traditionele  stallen om te bouwen naar ammoniak-emissie-arme stallen.

Het toepassen van deze maatregelen impliceert een serieuze investering wat veel ondernemers zal laten nadenken over de toekomst van hun bedrijf.

Een omvorming naar een paardenhouderij kan dan tot de mogelijkheden behoren, indien dit stedenbouwkundig verantwoord kan worden.

De omvorming zal zeker resulteren in een gevoelige daling van de ammoniak emissies, zoals aangetoond in bovenstaand voorbeeld.

In Beeld
PaardenPunt Vlaanderen
12/07/2023 11:45
Deel deze info: