Mits akkoord van beide eigenaars mogen afsluitingen op de perceelsgrens worden opgericht. Als er geen akkoord is, mogen ze tot op de uiterste grens van het eigendom worden geplaatst.
Hieronder ontdekt u voor welke volledig dichte afsluitingen en voor welke open omheiningen u al dan niet een bouwvergunning nodig heeft.
Afpaling
Indien de grenzen van uw eigendom bijvoobeeld niet duidelijk zijn, kan u deze samen met uw buur laten afpalen:
“Iedere eigenaar kan zijn nabuur verplichten tot het afpalen van hun eigendom. De afpaling geschiedt op gemene kosten”
Art. 646 Burgerlijk Wetboek
Volledig dichte afsluitingen
U mag uw eigendom ook afsluiten: “Iedere eigenaar mag zijn erf afsluiten, behoudens de in art 682 BW gestelde uitzonderingen”. Een eigenaar wiens perceel volledig omringd is door andere percelen kan over die percelen wel een uitweg vorderen. Die uitweg zal dan uiteraard niet afgesloten mogen worden.
Het
"Besluit van de Vlaamse Regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningsplichtige functiewijzigingen en van de werken, handelingen en wijzigingen waarvoor geen stedenbouwkundige vergunning nodig is", bepaalt of er al dan niet een vergunning vereist is voor het plaatsen van afsluitingen:
Artikel 3, 9° stelt dat er geen vergunning nodig is voor de plaatsing van afsluitingen uit houten of kunststof palen met prikkel- of schrikdraad (weideafsluitingen). Ook de volgende afsluitingen mogen onder voorwaarden geplaatst worden zonder vergunning:
- Afsluitingen met een maximum hoogte van twee meter, die bestaan uit palen en draad of draadgaas, uit één betonplaat met een maximumhoogte van 40 cm en draad of draadgaas, opgericht om een goed af te sluiten: Op die afsluitingen mogen in de onmiddellijke omgeving (30 meter) van een vergund woongebouw constructies worden aangebracht ter bescherming van de privacy, zoals zeildoek, gevlochten kunststofstrips of rieten matten.
- Voortuinmuurtjes in metselwerk of andere voortuinafsluitingen met een maximale hoogte van 50 centimeter
- Poorten, geplaatst tussen twee kolommen met een maximale hoogte van 2,50 m
- Houten panelen met een maximale hoogte van twee meter, met een maximale lengte van tien meter per zijdelingse en achterste perceelsgrens, opgericht om een goed af te sluiten, en in de onmiddellijke omgeving (30 m) van een vergund woongebouw: Die panelen worden niet ter hoogte van de voortuin geplaatst. Onder onmiddellijke omgeving wordt verstaan: de ruimte gelegen binnen een straal van 30 meter van de uiterste grenzen van het woongebouw.
Deze vrijstellingen gelden niet:
- in ruimtelijk kwetsbare gebieden (zoals natuurgebied);
- in beschermde landschappen;
- in oeverzones;
- in een strook van 5 meter vanaf waterlopen.
Bovendien gelden de vrijstellingen enkel voor de afsluiting van gevormde huiskavels. Het is dus niet toegelaten om landbouwgronden die achter een woning gelegen zijn af te sluiten zonder vergunning. Bijgevolg is bijvoorbeeld een omheining met dichte houten panelen rond een weide wel vergunningsplichtig.
Let wel: Van vergunning vrijgestelde werken mogen enkel worden uitgevoerd als ze niet in strijd zijn met geldende reglementeringen zoals RUP’s (Ruimtelijk UitvoeringsPlan), BPA’s (Bijzonder Plan van Aanleg) en voorschriften van verkavelingsvergunningen.
In sommige van deze plannen werd uitdrukkelijk opgenomen dat bepaalde afsluitingen verboden zijn. U kan dit navragen bij uw gemeente.
Open omheiningen
Tot 21.10.2011 gold de vrijstelling van stedenbouwkundige vergunning, in agrarisch gebied in de ruime zin, voor open weideafsluitingen met een maximale hoogte van 2 meter, enkel voor open afsluitingen in draad of draadgaas en niet voor open houten afsluitingen. Het Besluit van 16 juli 2010 tot vrijstelling van de vergunningplicht werd gewijzigd door een Besluit van 9 september 2011, dat in werking trad op 21.10.2011, en dit specifiek met betrekking tot open afsluitingen in agrarisch gebied.
Artikel 5, 2e van dit besluit werd aangepast zodat onder ‘open afsluitingen’ uitdrukkelijk vermeld wordt ‘open afsluitingen met houten dwarslatten’ zodat deze ook vrijgesteld worden van vergunning. Vooral voor paardenweiden was dit een belangrijke aanpassing, aangezien voorheen dergelijke houten afsluitingen niet onder de vrijstelling vielen. De maximale hoogte van 2 meter blijft behouden, net als de algemene voorwaarden voor de vrijstelling. Het moet uiteraard om een ‘open afsluiting’ gaan zodat ‘houten panelen’ dus niet onder de vrijstelling vallen.
Hagen
Voor het planten van hagen is geen stedenbouwkundige vergunning nodig. De te respecteren afstand wordt bepaald in voormeld art. 35 van het Veldwetboek (zie eerder).
Opgelet: Een draadafsluiting die met klimop of een andere klimplant wordt begroeid, beschouwt men als een levende haag en kan dus slechts op een halve meter van de perceelsgrens geplaatst worden, tenzij mits akkoord van beide eigenaars.
Bewaren