Bepaalde vegetaties zijn beschermd door het Natuurdecreet. Ofwel geldt een strikt wijzigingsverbod ofwel geldt een vergunningsplicht.
Deze verboden gelden in een aantal gevallen niet. Ook kan er een afwijking aangevraagd worden om deze vegetaties toch te wijzigen. Deze afwijking wordt aangevraagd bij het Agentschap voor Natuur en Bos.
1. Verboden te wijzigen vegetaties
Een reeks vegetaties zijn door het Natuurdecreet beschermd als ‘verboden te wijzigen’. Bomen en struiken kunnen onderdeel zijn van dergelijke verboden te wijzigen vegetaties.
De verboden te wijzigen vegetaties zijn, kort samengevat, de volgende:
- vennen en heiden,
- moerassen en waterrijke gebieden,
- duinvegetaties, en
- historisch permanent grasland incl. daaraan verbonden microreliëf en poelen, gelegen in:
- groengebieden, parkgebieden, buffergebieden en bosgebieden,
- de perimeter van een beschermd landschap, of
- de perimeter van Vogelrichtlijngebieden Poldercomplex (BE2500932) en Het Zwin (BE2501033) voor zover geen afwijkende instandhoudingsdoelstellingen zijn vastgesteld.
Artikel 7 van Besluit van de Vlaamse Regering van 23/07/1998 tot vaststelling van nadere regels ter uitvoering van het decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu
Uitgebreide lijst
De vegetaties (behalve dan het historisch permanent grasland) werden concreet opgesomd in Bijlage V van het besluit. Deze lijst is niet zonder belang, aangezien de vermelde vegetaties soms sterk afwijken van wat er volgens het gewone spraakgebruik onder verstaan kan worden. Zo behoren tot de 'heiden' ook zgn. 'heischrale graslanden' met soorten als Pijpenstrootje, struisgrassoorten of Borstelgras. Onder 'moerassen' vallen ook gagelstruwelen, elzen- en essenbossen. Bij 'duinvegetaties' rekent men ook duindoornstruweel en zuur duinbos!
SYMBOOL | VERKLARING |
Vennen | |
Ao | Oligotroof tot mesotroof water |
Ce | Vochtige of natte dopheidevegetatie |
Heiden | |
Cg | Droge struikheidevegetatie |
Ce | Vochtige of natte dopheidevegetatie |
Ces | Vochtige of natte dopheidevegetatie met elementen uit de hoogveenflora |
Cm | Gedegradeerde heide met dominantie van Pijpestrootje |
Cd | Gedegradeerde heide met dominantie van Bochtige smele |
Cp | Gedegradeerde heide met dominantie van Adelaarsvaren |
Cv | Droge heide met Bosbes |
Ct | Venige heide met Bosbes |
Ctm | Venige heide met Bosbes en dominantie van Pijpestrootje |
T | Hoogveen |
Tm | Gedegradeerd hoogveen met Pijpestrootje |
Ha | Struisgrasvegetatie op zure bodem |
Hn | Zure borstelgrasvegetatie |
Moerassen | |
Mr | Rietland |
Mz | Zeebiesvegetatie |
Mm | Galigaanvegetatie |
Mc | Grote zeggenvegetatie |
Md | Drijfzoom en/of drijftil |
Ms | Zuur laagveen |
Mk | Alkalisch laagveen |
Mp | Alkalisch laagveen in duinpannen |
Hf | Natte ruigte met moerasspirea |
Sm | Gagelstruweel |
So | Vochtig wilgenstruweel op venige of zure grond |
Vm | Mesotroof elzenbos met zeggen |
Vo | Oligotroof elzenbos met veenmossen |
Vt | Venig berkenbos |
Vc | Elzen-essenbos van bronnen en bronbeken |
Waterrijke gebieden | |
Ah | Min of meer brakke plas |
Ae | Eutrofe plas |
Aev | Eutrofe plas met slibrijke bodem |
Aer | Eutrofe plas met minerale bodem |
Am | Kweekvijvers |
Da | Schorre |
Ds | Slik of spuikom |
Duinvegetaties | |
Dd | Zeereepduin |
Dm | Vegetatieloze stuifduin |
Qd | Zuur duinbos |
Sd | Duindoornstruweel |
Deze verboden gelden in een aantal gevallen niet. Ook kan er een afwijking aangevraagd worden om deze vegetaties toch te wijzigen. Deze afwijking (ontheffing verbod wijzigen beschermde vegetaties) wordt aangevraagd bij het Agentschap voor Natuur en Bos.
2. Verboden te wijzigen kleine landschapselementen
Bomen en struiken kunnen ook onderdeel zijn van een verboden te wijzigen klein landschapselement. De verboden te wijzigen kleine landschapselementen zijn:
- holle wegen,
- graften,
- bronnen, en
- poelen in historisch permanent grasland.
Men kan wel een ontheffing van dit verbod aanvragen bij het Agentschap voor Natuur en Bos.
3. Vegetaties die gewijzigd mogen worden indien u een natuurvergunning heeft
Sommige vegetaties mogen gewijzigd worden indien u hiervoor een natuurvergunning heeft. Deze mogen uiteraard niet bij de 'verboden te wijzigen' vegetaties horen en moeten op volgende locaties gelegen zijn:
- 1° In de gebieden die vallen onder de volgende bestemmingen op de gewestplannen:
- groengebieden;
- parkgebieden;
- buffergebieden;
- bosgebieden;
- valleigebieden;
- brongebieden;
- agrarische gebieden met ecologisch belang;
- agrarische gebieden met bijzondere waarde;
- natuurontwikkelingsgebieden.
- 2° In de beschermde duingebieden;
- 3° In de Speciale Beschermingszones – Habitatrichtlijn;
- 4° Binnen de Speciale Beschermingszones – Vogelrichtlijn;
- 5° Binnen de Ramsargebieden.
Volgende activiteiten zijn natuurvergunningsplichtige wijzigingen van vegetatie:
- 1° Afbranden van een vegetatie.
- 2° Met mechanische of chemische middelen vernietigen, beschadigen of doen afsterven van vegetatie, tenzij deze activiteiten plaatsvinden met betrekking tot percelen met cultuurgewassen. Cultuurgewas is door het BVR gedefinieerd als: een gewas dat verbouwd wordt voor economische doeleinden inclusief braakgronden kaderend in het Europees landbouwbeleid, met uitzondering van historisch permanent grasland en van bossen conform het Bosdecreet.
- 3° Wijzigen van het reliëf, met inbegrip van nivellering van het microreliëf.
- 4° Rechtstreeks of onrechtstreeks wijzigen van de waterhuishouding door drainage, ontwatering, dichten alsook het wijzigen van het overstromingsregime van vegetatie.
- 5° Wijzigen van historisch permanente graslanden met inbegrip van het microreliëf en poelen, gelegen in :
- valleigebieden;
- brongebieden;
- natuurontwikkelingsgebieden;
- agrarische gebieden met ecologisch belang;
- agrarische gebieden met bijzondere waarde;
- of indien gelegen binnen perimeter van Vogelrichtlijngebied Ijzervallei (BE2500831)
- of binnen de perimeters afgebakend in uitvoering van de Habitatrichtlijn in zoverre het desbetreffende type historisch permanent grasland binnen deze perimeters als habitat is aangemeld.
Deze vergunning kan u aanvragen bij uw gemeentebestuur. Ze is niet vereist als u reeds een stedenbouwkundige vergunning heeft (waarbij het Agentschap voor Natuur en Bos advies verleend heeft).
Hierop bestaan een aantal uitzonderingen die identiek zijn aan die voor de verboden wijzigingen (zie verder).
4. Kleine landschapselementen die gewijzigd mogen worden indien u een natuurvergunning heeft
Sommige kleine landschapselementen mogen gewijzigd worden indien u hiervoor een natuurvergunning heeft. Deze mogen uiteraard niet bij de 'verboden te wijzigen' kleine landschapselementen horen en moeten op volgende locaties gelegen zijn:
- 1° In de gebieden die vallen onder de volgende bestemmingen op de gewestplannen :
- groengebieden;
- parkgebieden;
- buffergebieden;
- bosgebieden;
- valleigebieden;
- brongebieden;
- agrarische gebieden;
- agrarische gebieden met ecologisch belang;
- agrarische gebieden met bijzondere waarde;
- landschappelijk waardevolle agrarische gebieden;
- natuurontwikkelingsgebieden.
- 2° Binnen de Vogelrichtlijngebieden;
- 3° Binnen de Ramsargebieden;
- 4° In de beschermde duingebieden;
- 5° In de Habitatrichtlijngebieden;
- 6° In de gebieden van het IVON.
De gebieden die in bovenstaande lijst in cursief gezet zijn, staan niet vermeld in de lijst met locaties waar de natuurvergunningsplicht geldt voor het wijzigen van vegetaties.
Volgende activiteiten zijn natuurvergunningsplichtige wijzigingen van kleine landschapselementen :
- Rooien of anderszins verwijderen en beschadigen van houtachtige beplantingen op weg-, waterweg- of spoorwegbermen of op het talud van holle wegen, van houtachtige beplantingen langs waterlopen, dijken of taluds, van heggen, hagen, houtkanten, houtwallen, bomenrijen en hoogstamboomgaarden.
- Wijzigen van de vegetatie horende bij de kleine landschapselementen, met inbegrip van het afbranden en het vernietigen, beschadigen of doen afsterven van de vegetatie met mechanische of chemische middelen van perceelsrandbegroeiingen en sloten.
- Uitgraven, verbreden, rechttrekken, dichten van stilstaande waters, poelen of waterlopen.
- Wijzigen van sloten, greppels, laantjes, poelen, uitgesproken microreliëf, bronnen, kwelzones en andere kleine landschapselementen in de historisch permanente graslanden die de door de minister, op basis van een overleg tussen het Agentschap voor Natuur en Bos en het Departement Landbouw en Visserij, daartoe als bijzonder waardevol zijn aangewezen, op voorwaarde dat deze gelegen zijn in het agrarisch gebied met landschappelijke waarde binnen de landbouwstreek de Polders (volgens KB van 24/02/1951). De minister draagt binnen een jaar na de inwerkingtreding van deze bepaling, een eerste lijst voor van dergelijk historisch permanente graslanden voor, voor vaststelling door de Vlaamse Regering.
Deze vergunning kan u aanvragen bij uw gemeentebestuur. Ze is niet vereist als u reeds een stedenbouwkundige vergunning heeft (waarbij het Agentschap voor Natuur en Bos advies verleend heeft).
Hierop bestaan een aantal uitzonderingen die identiek zijn aan die voor de verboden wijzigingen (zie verder).
5. Vrijstellingen en afwijkingen
Op de hoger beschreven regeling rond het verbod op wijzigingen en de natuurvergunningsplicht, bestaan een aantal algemene uitzonderingen. Bovendien kunnen individuele afwijkingen worden toegestaan. In geval van de verboden, spreekt men dan ook vaak van een ‘relatief verbod’.
Er moet wel steeds voldaan zijn aan de zorgplicht opgelegd door artikel 14 van het Natuurdecreet, het integratiebeginsel uit artikel 16 van het Natuurdecreet (vermijden van vermijdbare schade) en desgevallend aan de beschermingsbepalingen van speciale beschermingszones uit art36ter van het Natuurdecreet.
De verbodsbepalingen of vergunningsplichten gelden onder die condities niet in volgende gevallen:
- 1° Hetzij uitgevoerd op huiskavels van een vergunde woning en/of bedrijfsgebouw en gelegen binnen een straal van maximum 100 m rondom de vergunde én bewoonde woning en/of het vergunde én in gebruik zijnde bedrijfsgebouw.
- Voor zover de kavels gelegen zijn binnen groengebieden, parkgebieden, buffergebieden en bosgebieden (gewestplan) geldt een verstrenging van de uitzondering. Ze geldt dan maar binnen het kadastraal perceel van de vergunde woning en/of het bedrijfsgebouw met een maximale straal van 50 m. De nieuwe decretale regeling beperkt de vrijstellingen tot huiskavels van max. 3 ha.
- 2° Hetzij uitgevoerd op basis van een regelmatige stedenbouwkundige vergunning na advies van het Agentschap voor Natuur en Bos.
- 3° Hetzij uitgevoerd op basis van een regelmatige machtiging of vergunning afgeleverd op basis van het Bosdecreet.
- 4° Hetzij expliciet opgenomen in beheerplannen e.d.:
- een beheerplan voor natuurreservaten;
- een bosbeheerplan;
- een inrichtingsplan betreffende landinrichting, voor zover de bedoelde activiteiten zijn uit te voeren in opdracht van het landinrichtingscomité;
- een kavelplan inzake ruilverkaveling, voor zover de bedoelde activiteiten zijn uit te voeren in opdracht van het ruilverkavelingscomité;
- een goedgekeurd natuurinrichtingsproject;
- een beheerplan inzake beschermde landschappen;
- een goedgekeurd natuurrichtplan;
- 5° Hetzij het normale onderhoudswerken betreffen.
Richtinggevend is hier Bijlage 1 bij de Omzendbrief van 10 november 1998 betreffende algemene maatregelen inzake natuurbehoud en wat de voorwaarden voor het wijzigen van vegetatie en kleine landschapselementen betreft volgens het B.Vl.Reg. van 23 juli 1998 (…) en Code van Goede Natuurpraktijk i.f.v. wijziging van vegetatie en van kleine landschapselementen waarmee een Code van Goede Natuurpraktijk werd ingesteld. Deze code somt de normale onderhoudswerken op voor de hierboven vermelde vegetaties én voor slikke en schorre.
Dit document is een bruikbaar richtsnoer voor het College van Burgemeester en Schepenen, dat natuurvergunningen moet afleveren en daarbij voorwaarden kan opleggen, of dat het afwijken van de verbodsbepalingen wegens normale onderhoudswerken moet controleren. Een omzendbrief is echter niet rechtstreeks bindend voor de burger, die er dus ook geen kennis van dient te nemen.
Individuele afwijkingen op de verbodsbepalingen kunnen door de Vlaamse minister worden toegestaan, onder dezelfde condities van naleven van zorgplicht, het vermijden van vermijdbare schade en de beschermingsbepalingen uit art. 36ter Natuurdecreet. De afwijking moet schriftelijk worden aangevraagd bij het Agentschap voor Natuur en Bos.